Test and More - Analogie 1

Analogie test #1

Vraag #1. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

groen

oranje

paars

wit

zwart

... staat tot blauw als rood staat tot ...

bruin

geel

roze

wit

zwart

Analogie test #1

Vraag #2. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

reisden

reist

reizen

vakantie

verplaatsen

... staat tot reisde als stelen staat tot ...

stal

stalen

steel

steelt

stel

Analogie test #1

Vraag #3. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

groen

koe

maaier

mest

weiland

... staat tot gras als meer staat tot ...

kust

minder

water

zee

zout

Analogie test #1

Vraag #4. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

hoog

langzaam

lantaarn

snel

wegennet

... staat tot weg als doel staat tot ...

doelen

middel

missie

stelling

wegen

Analogie test #1

Vraag #5. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

kalf

keu

merrie

puppy

veulen

... staat tot reu als baby staat tot ...

grootvader

kind

man

merrie

vrouw

Analogie test #1

Vraag #6. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

anjer

geel

kamperen

ontvlammen

vuur

... staat tot aansteker als dolen staat tot ...

droom

ijsberen

kopen

lopen

ronddwalen

Analogie test #1

Vraag #7. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

angst

grens

verband

vreugde

zijn

... staat tot pijn als schreeuw staat tot ...

krijs

meeuw

schreeuwt

stil

woede

Analogie test #1

Vraag #8. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

fiets

regen

rij

varen

wolk

... staat tot auto als scooter staat tot ...

bloemen

ijs

rijden

voertuig

wielen

Analogie test #1

Vraag #9. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

cultuur

cultuurliefhebber

kaartje

musea

schilderij

... staat tot museum als werkgever staat tot ...

arbeid

kantoor

overheid

werken

werkgeefster

Analogie test #1

Vraag #10. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

bejaarde

jongen

jonger

kind

oud

... staat tot jong als dik staat tot ...

breed

dikte

dun

iel

smal

Analogie test #1

Vraag #11. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

drinken

stroom

sturen

varen

water

... staat tot stroming als rijden staat tot ...

auto

beweging

hard

stuur

weg

Analogie test #1

Vraag #12. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

boek

boot

kalender

pan

step

... staat tot huis als horloge staat tot ...

bierglas

computer

knoop

lepel

vaas

Analogie test #1

Vraag #13. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

beton

krachtig

solide

zwaar

zwak

... staat tot stevig als fragiel staat tot ...

breekbaar

gebroken

glas

licht

slap

Analogie test #1

Vraag #14. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

emmer

glazenwasser

haren

schilder

verf

... staat tot kwast als agent staat tot ...

blauw

bril

pistool

snor

wijkagent

Analogie test #1

Vraag #15. Kies de woorden die passen op de lege plekken.

dikst

dun

dunner

lat

mager

... staat tot dunst als langer staat tot ...

breed

kortst

lang

langst

lengte

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

Analogie test #1

We waarderen alle feedback

Social media

Betalingsmogelijkheden